Wetenswaardigheden
- Eind april: Aankomst
Gierzwaluwen arriveren, vaak tegen de avond. De eersten zijn broedvogels

-1 mei - 20 mei: Paartijd
Er vliegen nog maar weinig gierzwaluwen rond. De broedvogels verblijven langdurig op het nest, ze slapen veel, dicht tegen elkaar aan gelegen, poetsen elkaars veren, knappen het nest op, dragen nestmateriaal aan. Bij mooi weer maken ze baltsvluchten, paren doen ze op het nest (er zijn echter ook waarnemingen van paringen in de lucht) de eerste eieren worden rond 20 mei gelegd.
Leven van de lucht

Gierzwaluwen doen werkelijk alles in de lucht. Eten, drinken, slapen, nestmateriaal verzamelen en misschien zelfs paren. Alleen gierzwaluwen die een broedplaats hebben bemachtigd, hebben even vaste 'grond' onder hun voetjes. Beide broedvogels slapen gedurende het gehele broedseizoen in de nestruimte, broeden om beurten op de twee of drie eieren en voeren samen de jongen.
Jonge vogels kunnen op het nest wel tot 6 dagen zonder voedsel overleven, ze komen in een soort winterslaapachtige toestand wanneer een periode met aanhoudend slecht weer het ouderpaar dwingt om te gaan foerageren op plaatsen waar wel voldoende luchtplankton te vinden is. De adulte vogels kunnen dan even uitwijken naar bijvoorbeeld Noord-Frankrijk of zelfs richting Rusland.
- 10 juni - 20 juli: Nesttijd (ca. 42 dagen)
Na zonsondergang komen de broedvogels kort na elkaar op het nest. De laatste niet-broedende vogels arriveren. De de kolonies zijn nu compleet. De jongen komen uit het ei, ouders voeren met tussenpozen van 3 kwartier tot een uur. Ze foerageren hoog boven de nestplaats, vaak niet waarneembaar met het blote oog. De niet-broeders trekken overdag naar gebieden waar op dat tijdstip veel insecten tot ontwikkeling komen (boven bossen als de bosmieren hun bruidsvlucht maken, boven plassen als de muggen opstijgen, boven graanvelden met insectenplagen enz.)
's Morgens en 's avonds zijn ze terug in het broedgebied en voeren jaagvluchten uit langs de nesten, gaan soms even bij een invliegopening hangen, schreeuwen om te controleren of het nest bezet is, krijgen antwoord vanuit het nest, laten los en vliegen verder. Bij slecht weer trekken de niet-broeders weg, de broedvogels blijven zo lang mogelijk op de nesten, verlaten soms tegen de avond de nesten om achter nachtvlinders aan te gaan. Ze vliegen dan ook wat fladderig net als de nachtvlinders. Houdt het slechte weer aan dan verlaten ze het nest en laten de jongen achter (de jongen kunnen zo'n 7 dagen zonder voedsel, ze raken in een soort winterslaap,) zijn de ouders tijdig terug dan gaat alles gewoon verder, behalve dan dat ze net zoveel dagen later het nest zullen verlaten.Ongeveer een kwarti buiten. Naarmate de zomer vordert wordt dat steeds vroeger, ca.1,5 minuut per dag. De vogels zonder nesten, 50% van wat er rondvliegt, verzamelen, gaan steeds hoger vliegen en stijgen op naar tot 2000 meter hoogte.De jongen beginnen uit te vliegen, ze zitten de laatste dagen naar buiten te kijken, witte kopjes zijn soms zichtbaar in de nestopening. De giervluchten zijn rond 20 juli op zijn hevigst, waarschijnlijk om de aarzelende jongen naar buiten te lokken, tevens lijken ze al te verzamelen voor de trek.
Eind juli wordt het ineens stil. grotere en kleinere groepjes  trekkende gierzwaluwen zijn waar te nemen. Ze schuiven als warrelige groepjes zwijgzaam van noord naar zuid langs  de hemel.
Broedvogels met late legsels blijven achter, ze volbrengen hun taak vrijwel onopgemerkt nu de grote drukte  voorbij is. Soms vliegen nog jongen uit tot in september.
 
Vliegkunstenaar

De gierzwaluw vliegt per jaar gemiddeld 288.000 kilometer. Dat is een afstand van ruim zeven keer de omtrek van de aarde. Tijdens het vliegen kan hij een snelheid van 120 km p/u bereiken.
Gierzwaluwen blijven 3 maanden in Nederland, hij wordt dan ook de "100 dagen vogel" genoemd